Interview met socialmedia-architect Maarten Reijgersberg

“Het is nu heel gers om Rotterdammer te zijn”

Enkele Rotterdamse vragen, cq vragen in én over Rotterdam voorgelegd aan socialmedia-architect Maarten Reijgersberg (38 jaar) en oprichter van RauwCC, ‘social media op z’n Rotterdamst’.

Wat doe je?

“In mijn functie van socialmedia-architect onderhoud ik de contacten met klanten en ontwikkel ik de concepten. Daarnaast spreek ik ook regelmatig op congressen. Laatst was ik nog ‘Tweet Jockey’ bij de Economische Verkenning Rotterdam 2014 (#EVR2014) georganiseerd door de gemeente Rotterdam.”

Waar ben je in Rotterdam opgegroeid?

“Hmmm, ik ben geboren en getogen in Haarlem, dus eigenlijk had ik nu met mijn bureau in Mokum moeten zitten. Haha! In 1996 begon ik aan de kunstacademie in Rotterdam en startte daarna als beeldend kunstenaar en grafisch ontwerper mijn eenmanszaak ‘fotogravizer’. Ik woonde eerst bij een hospita op de Zwart Janstraat, boven de Livera. Via de Kabeljauwsestraat in het Oude Noorden ging ik naar het Noordereiland en vervolgens van de Lambertusstraat in Kralingen naar de Rusthoflaan in Crooswijk. Nu woon ik alweer een aantal jaar op de Stationssingel achter het Rotterdam Centraal.”

Wat vind je van jouw buurt?

“Waar ik nu woon, aan de Stationssingel, woon ik het lekkerst. Net buiten het centrum, maar toch dichtbij alles in de buurt. Ik rijd zo de snelweg op of loop naar het station. En… we hebben hele leuke buren. Groot pluspunt is dat alles bij ons op het dak gebeurt. Alle dakterrassen zijn aan elkaar geschakeld, dus in de zomer kunnen de kinderen makkelijk bij elkaar spelen. Ik vind het ook een veilige plek. In de bijna acht jaar dat ik hier woon, is er alleen maar een afdekzeil van mijn bakfiets gestolen. Van welke plek in de wereld achter het Centraal Station kun je dat ook zeggen. Op zich vond ik de Rusthoflaan in Crooswijk ook een fijne plek, maar daar is sinds ik er weg ben zoveel afgebroken, dat ik de buurt bijna niet meer herken. Stiekem ben ik blij dat ik mijn huis toen heb kunnen verkopen.”

Hoe vind je de stad Rotterdam nu in vergelijking tot vroeger?

“Ik vind Rotterdam in de afgelopen vijf jaar enorm positief veranderd. Dan bedoel ik niet alleen de mooie aanwinsten in hoog- en laagbouw, maar ook de zichtbare trots op de stad. Zo zijn er steeds meer kleine ondernemers met een typische Rotterdamse identiteit. Denk aan Groos, Gers! en Ketelbinkie Koffie. We hoeven ons niet meer af te zetten tegen het grote Amsterdam, want het is namelijk heel gers om Rotterdammer te zijn.”

Hoe komt jouw Rotterdamse inborst tot uiting in de aanpak van je werk?

“Ik noem mezelf graag een rasechte import Rotterdammer. Ik heb als niet-getogen-Rotterdammer wel een Rotterdamse inborst. De Rotterdamse mentaliteit omarm ik, want 
‘kan niet is dood en wil niet, ligt er naast’. Zo hebben we met RauwCC Social Media Week naar Rotterdam weten te halen. Niet door enige vorm van kennis of ervaring van het organiseren van grote events toch maar even in een half jaar tijd het grootste socialmedia-event van de Benelux georganiseerd. Dat vergt lef, een zekere vorm van naïviteit, maar onderschrijft zeer zeker het adagium ‘can do’ waar deze stad prat op gaat. Misschien ben ik wel in de verkeerde stad geboren.”

Hoe zou jij ‘de Rotterdamse aanpak’ willen omschrijven?

“Het eerste wat me te binnen schiet, en misschien heel cliché, maar toch ‘Niet lullen, maar poetsen’ en ‘de handen uit de mouwen steken’. Maar de Rotterdamse aanpak mag wat mij betreft ook wel de ondernemende aanpak heten.”

Hoe vind je dat Wij van 010 idealiter met elkaar zouden moeten omgaan?

“Rotterdammers zijn van nature doemdenkers, kankeren op alles en zijn overal bij voorbaat op tegen. Het zou mooi zijn als we elkaar bij een eerste kennismaking met open vizier tegemoet treden. Die negatieve houding positief ombuigen. We worden daar misschien niet allemaal direct gelukkiger van, maar het leven wordt wel makkelijker. Want wie wil er nu omgaan met beroepskankeraars. Ik ben zelf ook sarcastisch ingesteld, maar ik let er tegenwoordig op dat ik mensen positief tegemoet treed. Dat zouden meer Rotterdammers mogen doen.”

Wil je dit blog delen?